14 synonimy znalezione w 3 grupach
  1. 1
    Znaczenie: aangrijpen
    gebruiken profijt trekken profiteren benutten
  1. 2
    Znaczenie: gebruiken
    benutten hanteren toepassen
  2. 3
    Znaczenie: uitbuiten
    benutten gebruiken profiteren van uitbaten
    uitpersen uitzuigen exploiteren

benutten Synonimy - Niderlandzki wyrazy spokrewnione z benutten

Synonimy przed i po benutten

  • bengel
  • bengelen
  • benieuwd
  • benijden
  • benjamin
  • benodigd
  • benodigdheden
  • benoemen
  • benoeming
  • benul
  • benutten
  • benutting
  • benzinestation
  • beoefenen
  • beogen
  • beoordelen
  • beoordeling
  • bepaald
  • bepaald niet
  • bepalen
  • bepalend