- 2Znaczenie: hangenhechten kleven steken vastzitten gehecht zijn
- 3Znaczenie: bindenbinden hechten
- 4Znaczenie: gehecht zijnhangen verknocht zijn hechten
- 5Znaczenie: houdenkleven vastplakken hechten
- 6Znaczenie: toekennentoekennen hechten
- 7Znaczenie: vastmakenverbinden hechten