- 2Znaczenie: afbouwenannuleren beëindigen opheffen sluiten afschaffen
- 3Znaczenie: dichtdoendichtdraaien dichtklappen dichtknijpen dichtmaken dichtslaandichtsmijten sluiten vergrendelen afgrendelen
- 4Znaczenie: passensluiten aansluiten
- 5Znaczenie: kloppenkloppen sluiten
- 6Znaczenie: aflopeneindigen sluiten
- 7Znaczenie: dichtgaandichtgaan sluiten
- 8Znaczenie: afsluitenbeëindigen besluiten sluiten
- 9Znaczenie: aangaanaangaan sluiten
- 10Znaczenie: aaneensluitenaansluiten sluiten
- 11Znaczenie: buitenhoudenbuitensluiten uitsluiten sluiten
- 12Znaczenie: opbergenopsluiten wegbergen wegsluiten sluiten
- 13Znaczenie: sluitensluiten dichtgaan
- 14Znaczenie: afgrendelendichtdraaien dichtklappen dichtknijpen dichtmaken dichtslaandichtsmijten sluiten vergrendelen dichtdoen
- 15Znaczenie: juist zijnovereenkomen sluiten stroken kloppen
- 16Znaczenie: uitkomenkloppen sluiten resulteren