- 2Znaczenie: ophoudenstoppen afslaan
- 3Znaczenie: remmenstoppen vaart minderen afremmen
- 4Znaczenie: beëindigenopschorten stoppen uitschakelen stopzetten
- 5Znaczenie: afhakenophouden uitscheiden stoppen
- 6Znaczenie: halt houdenstilstaan stoppen
- 7Znaczenie: stilleggenstopzetten uitzetten stoppen
- 8Znaczenie: opbergenplaatsen proppen steken stoppen
- 9Znaczenie: dichtmakenopvullen volproppen volstoppen stoppen
- 10Znaczenie: eindigenophouden stoppen uitscheiden
- 11Znaczenie: latenbewaren opbergen stoppen wegbergen
- 12Znaczenie: stilstaanstoppen halt houden
- 13Znaczenie: bewarenopbergen stoppen wegbergen laten
- 14Znaczenie: potenneerpoten stoppen neerzetten
- 15Znaczenie: neerpotenneerzetten stoppen poten
- 16Znaczenie: afremmenstoppen remmen