- 2Znaczenie: aflezenafzien lezen oplezen uitlezen voorlezen
- 3Znaczenie: selecterenuitzoeken lezen
- 4Znaczenie: begrijpeninterpreteren opmaken opvatten lezen
- 5Znaczenie: voordragenvoorlezen lezen
- 6Znaczenie: bekijkendoorlezen inkijken inzien spellen lezen