23 synonimy znalezione w 7 grupach
  1. 1
    Znaczenie: traineren
    treuzelen achterblijven
  1. 2
    Znaczenie: dralen
    dubben schromen talmen treuzelen
    twijfelen weifelen aarzelen
  2. 3
    Znaczenie: draaien
    treuzelen tutten teuten
  3. 4
    Znaczenie: achterblijven
    treuzelen traineren
  4. 5
    Znaczenie: aarzelen
    dubben in dubio zijn treuzelen weifelen
  1. 6
    Znaczenie: talmen
    treuzelen dralen
  2. 7
    Znaczenie: hangen
    treuzelen zitten plakken

Słowa podobne do treuzelen

treuzelen Synonimy - Niderlandzki wyrazy spokrewnione z treuzelen

Synonimy przed i po treuzelen

  • treuren
  • treurig
  • treurig zijn
  • treurigheid
  • treurlied
  • treurnis
  • treurspel
  • treurzang
  • treuzel
  • treuzelaar
  • treuzelen
  • treuzelend
  • treuzelig
  • triade
  • tribunaal
  • triest
  • triestig
  • trijp
  • trillen
  • triller
  • trilling