19 synonimy znalezione w 5 grupach
  1. 1
    Znaczenie: afpersen
    exploiteren uitbuiten uitzuigen
  1. 2
    Znaczenie: benutten
    exploiteren gebruiken profiteren van uitbaten
    uitpersen uitzuigen uitbuiten
  2. 3
    Znaczenie: uitzuigen
    afpersen uitbuiten exploiteren
  3. 4
    Znaczenie: profiteren
    misbruiken uitbuiten gebruikmaken
  4. 5
    Znaczenie: gebruikmaken
    misbruiken uitbuiten profiteren

uitbuiten Synonimy - Niderlandzki wyrazy spokrewnione z uitbuiten

Synonimy przed i po uitbuiten

  • uitbraak
  • uitbraken
  • uitbranden
  • uitbrander
  • uitbreiden
  • uitbreiding
  • uitbreidingskaart
  • uitbreken
  • uitbrengen
  • uitbroeden
  • uitbuiten
  • uitbuiter
  • uitbundig
  • uitdagen
  • uitdagend
  • uitdaging
  • uitdelen
  • uitdenken
  • uitdiepen
  • uitdijen
  • uitdijing