16 synonimy znalezione w 6 grupach
  1. 1
    Znaczenie: uitbotten
    uitlopen uitschieten spruiten
  1. 2
    Znaczenie: losbarsten
    uitschieten uitvallen
  2. 3
    Znaczenie: spruiten
    uitbotten uitlopen uitschieten
  3. 4
    Znaczenie: uitvallen
    losbarsten uitschieten
  4. 5
    Znaczenie: glippen
    losschieten ontsnappen uitschieten
  5. 6
    Znaczenie: losschieten
    ontsnappen uitschieten glippen

uitschieten Synonimy - Niderlandzki wyrazy spokrewnione z uitschieten

Synonimy przed i po uitschieten

  • uitroepen
  • uitruimen
  • uitrukken
  • uitrusten
  • uitrusting
  • uitschakelen
  • uitscheiden
  • uitschelden
  • uitschenken
  • uitscheppen
  • uitschieten
  • uitschieter
  • uitschot
  • uitschrijven
  • uitschudden
  • uitslaan
  • uitslag
  • uitslapen
  • uitsliepen
  • uitsloven
  • uitslover